Vulslangen zijn geschikt voor het transport van koudemiddel tijden het vullen of leegmaken van de installatie of een deel daarvan. De vulslangen zijn uitgerust met ½” inwendige draadaansluitingen met een vlakke afdichting en kunnen rechtstreeks op WITT EA10G afsluiters worden aangesloten.
Om veilig te werken moet gebruik gemaakt worden van een terugslagklep en handafsluiter. Voor de flesaansluitingen is vaak het gebruik van een verloopnippel nodig.
Bij het afblazen van NH3 in water kan het water, tegen de stromingsrichting van de NH3 in, in het NH3-systeem terecht komen, ook als de NH3-druk hoger is dan de omgevingsdruk.
Voordat de slang gebruikt wordt dient deze altijd gedroogd en gevacumeerd te worden. Bij het transport van koudemiddel door de slang kan de slang koud worden. Na het afkoppelen van de slang kan water uit de omgeving in de slang condenseren, met name bij CO2 is dit zeer schadelijk wanneer dit in de installatie komt. Ook is het mogelijk dat er water, benodigd voor het afpersen, in de slang is achtergebleven.
Vulslangen moeten altijd met grote zorgvuldigheid behandeld worden. Ze mogen nooit knikken, moeten zorgvuldig opgerold worden en moeten jaarlijks herkeurd of vervangen worden. Een onjuist gebruik van de slang en de koppelingen, een foute montage en installatie of het verwaarlozen
van periodieke keuring en onderhoud kunnen leiden tot het voortijdig falen van slang samenstellen met lichamelijke en materiële schade tot gevolg.
Toepassingen:
Vullen en aftappen van koudemiddel bij koudetechnische installaties
Eigenschappen:
Beschikbare aanvullingen: