Constructie

Constructie

  
produced by 



Bij de plate & shell warmtewisselaars (PSHE) spreken we over een shell-side (de mantel) en een plate-side (de platen). Platen worden in het gewenste aantal aan elkaar gelast tot een 'plate-stack' of platenpakket. Het platenpakket wordt, eventueel met stromingsgeleiders, in een op lengte gemaakte mantel gemonteerd, waarna de eindplaten worden afgelast. De mantel kan in verschillende diameters geselecteerd worden, waarbij het ook mogelijk is het plaatpakket excentrisch in de mantel te monteren.

Alle afdichtingen zijn volledig zonder pakkingen tot stand gebracht. Een uitzondering hierop vormt de “openable” version. Deze is uitgevoerd met een geflensde eindplaat op de mantel. Hierdoor kan het plaatpakket uit de mantel gehaald worden.

De aansluitingen voor de plate-side zitten altijd aan de kopse kanten (de bodems) van de wisselaar. De aansluitingen voor de shell-side zitten aan de mantel. Aansluitingen aan de plate-side hebben altijd vaste maten. Aansluitingen aan de shell-side zijn variabel.

PSHE model name	Heat transfer area (m2)	Nozzles Plate-side	Nozzles Shell-side
PSHE 2	0,5-5	25	20-80
PSHE 3	1-50	50	25-250
PSHE 4	3-100	80	25-300
PSHE 5	5-200	100	25-350
PSHE 6	6-350	125	25-500
PSHE 7	8-550	150	25-500
PSHE 9	15-1000	200	25-700
PSHE 14	30-2000	300	25-1000

Meerdere passeringen aan de plaat- en mantelzijde zijn mogelijk door het toepassen van stoppers en flowdirectors. De ruimte tussen de mantel en het plaatpakket kan ook voor een deel zijn opgevuld met stromingsgeleiders. Hiermee is het mogelijk om de stroming op een optimale wijze door de platen te voeren.

De platen zijn beschikbaar met verschillende configuraties. De configuratie is in het typenummer zichtbaar. In de type aanduidingen komen meestal de codes HH en LL voor. Deze codes hebben te maken met de helling van de stromingskanalen in de platen. Type LL geeft de minste weerstand, type HH geeft een betere warmteoverdracht.

Voor de codering wordt een vast systeem gehanteerd. Bij een PSHE 5HH-340/2/1 wordt als eerste de plaatafmeting aangegeven (5), gevolgd door de configuratie van de plaat (HH). Daarna volgen het aantal platen (340), het aantal passeringen aan de plaat zijde (2) en het aantal passeringen aan de mantel zijde (1). Daarnaast zijn er nog een aantal toevoegingen mogelijk voor specifieke toepassingen.